Woxikon / Verbs / Dutch / B / bediskussiëren

NL Dutch conjugation of bediskussiëren

Total verb forms: 52
Imperatives and participles
Tegenwoordig en verleden deelwoord bediskussiërend
Tegenwoordig en verleden deelwoord bediskussieerd
Type ik jij hij/zij/het wij jullie zij
Presens bediskussieer bediskussieert bediskussieert bediskussiëren bediskussiëren bediskussiëren
Imperfect bediskussieerde bediskussieerde bediskussieerde bediskussieerden bediskussieerden bediskussieerden
Toekomende tijd I zal bediskussiëren zult bediskussiëren zal bediskussiëren zullen bediskussiëren zullen bediskussiëren zullen bediskussiëren
Conditionalis I zou bediskussiëren zou bediskussiëren zou bediskussiëren zouden bediskussiëren zouden bediskussiëren zouden bediskussiëren
Perfectum heb bediskussieerd hebt bediskussieerd heeft bediskussieerd hebben bediskussieerd hebben bediskussieerd hebben bediskussieerd
Voltooid verleden tijd had bediskussieerd had bediskussieerd had bediskussieerd hadden bediskussieerd hadden bediskussieerd hadden bediskussieerd
Toekomende tijd II zal bediskussieerd hebben zult bediskussieerd hebben zal bediskussieerd hebben zullen bediskussieerd hebben zullen bediskussieerd hebben zullen bediskussieerd hebben
Conditionalis II zou hebben bediskussieerd zou hebben bediskussieerd zou hebben bediskussieerd zouden hebben bediskussieerd zouden hebben bediskussieerd zouden hebben bediskussieerd
Imperatief - bediskussieer - - bediskussieert -

Verbs similar to bediskussiëren

Conjugated verbs before and after bediskussiëren

« bediskussiëren »

More actions for bediskussiëren