NL Dutch verbs
-
A
Total words: 1.395 -
C
Total words: 241 -
D
Total words: 716 -
E
- e.g.:
- ebben
- ervaren
- essayeren
- ekskuseren
Total words: 156 -
F
- e.g.:
- figureren
- financieren
- fleuren
- flansen
Total words: 212 -
G
Total words: 278 -
H
Total words: 317 -
J
- e.g.:
- jachten
- jijen
- jalonneren
- judassen
Total words: 53 -
K
Total words: 627 -
M
- e.g.:
- metallizeren
- meneren
- meebeleven
- minnen
Total words: 426 -
N
- e.g.:
- neervellen
- negeren
- navloeien
- napeinzen
Total words: 277 -
O
Total words: 1.249 -
P
Total words: 477 -
Q
Total words: 11 -
R
Total words: 507 -
S
- e.g.:
- samenlopen
- samenpakken
- stijgen
- schokken
Total words: 859 -
T
Total words: 626 -
U
Total words: 498 -
V
- e.g.:
- vreten
- verlossen
- voltooien
- verspinnen
Total words: 1.357 -
W
- e.g.:
- wichelen
- woelen
- weghalen
- waterskiën
Total words: 366 -
Z
Total words: 135