Woxikon / Verbs / Dutch / A / achternazitten

NL Dutch conjugation of achternazitten

Total verb forms: 52
Imperatives and participles
Tegenwoordig en verleden deelwoord achternazittend
Tegenwoordig en verleden deelwoord achternagezeten
Type ik jij hij/zij/het wij jullie zij
Presens zit achterna zit achterna zit achterna zitten achterna zitten achterna zitten achterna
Imperfect zat achterna zat achterna zat achterna zaten achterna zaten achterna zaten achterna
Toekomende tijd I zal achternazitten zult achternazitten zal achternazitten zullen achternazitten zullen achternazitten zullen achternazitten
Conditionalis I zou achternazitten zou achternazitten zou achternazitten zouden achternazitten zouden achternazitten zouden achternazitten
Perfectum heb achternagezeten hebt achternagezeten heeft achternagezeten hebben achternagezeten hebben achternagezeten hebben achternagezeten
Voltooid verleden tijd had achternagezeten had achternagezeten had achternagezeten hadden achternagezeten hadden achternagezeten hadden achternagezeten
Toekomende tijd II zal achternagezeten hebben zult achternagezeten hebben zal achternagezeten hebben zullen achternagezeten hebben zullen achternagezeten hebben zullen achternagezeten hebben
Conditionalis II zou hebben achternagezeten zou hebben achternagezeten zou hebben achternagezeten zouden hebben achternagezeten zouden hebben achternagezeten zouden hebben achternagezeten
Imperatief - zit achterna - - zit achterna -

Verbs similar to achternazitten

Conjugated verbs before and after achternazitten

« achternazitten »

More actions for achternazitten